Skip to content

In Dagblad Trouw stond maandag 2 december de volgende ingezonden brief:

“Ik ben geboren uit gereformeerde ouders. We gingen naar de gereformeerde lagere school en de mulo. We kochten ons brood bij de gereformeerde bakker, dagelijkse boodschappen bij de gereformeerde kruidenier en met mijn moeder ging ik naar de gereformeerde kledingzaak voor een nieuw pak.

Alles was in de jaren vijftig gereformeerd. De gereformeerde Kruiskerk in Delfzijl was onze sociale- en geloofsbasis. Geen duimbreed voor de hervormden.

En over de roomse kerk lag de doem van die vervloekte paapse mis.

Ik ben 25 jaar koster geweest van kerkcentrum De Nieuwe Stad in Amsterdam-Zuidoost van katholieken, protestanten, lutheranen en hernhutters.

Waar teven acht migrantenkerken gehuisvest waren. In de hal spraken Ghanezen Twi, Surinamers Sranangtongo, Antillianen Papiamento, Indonesiërs Indisch en Latijns-Amerikanen Spaans.

En het was elke zondag feest., met jaarlijks gemeenschappelijke kerkdiensten in alle talen.

Leven en laten leven is mijn motto. Een parallelle samenleving kan heel goed. Socialisatie komt dan van zelf.

Laat een reactie achter