Skip to content

Het ging er behoorlijk heftig aan toe tussen mijn collega´s.

Ik was alleen toevallig in de buurt en hoorde hen bezig: Twee Afrikanen waarvan de één in Ghana woont en de ander een vijfde generatie Amerikaan is.

Er was weer eens honger in de regio, de Ghanees had net een aantal Youth for Christ-projecten bezocht die naast evangelisatie ook voedselhulp en kleinschalige ontwikkeling beoogden. Hij had uitgemergelde kinderen gezien, ook mensen voor wie het te laat was, die na aankomst alsnog waren overleden.

Tijdens een broodmaaltijd kon hij niet kiezen tussen pindakaas, jam en boterhamworst: de verlamming van de luxe zette hem stil en was aanleiding tot het gesprek. Ik hoorde hem zoeken en worstelen om een begrijpelijk verhaal neer te zetten. De Amerikaanse Afrikaan nam het op een bepaald moment over: betrokken en vriendelijk, goed georganiseerd in de opbouw van zijn argumenten en vraagstelling. Hém kon ik tenminste meteen begrijpen.

Mijn Ghanese vriend raakte steeds gefrustreerder en wond zich op: “je praat precies zoals alle blanke donoren. Dat kom ik steeds vaker tegen, ik zie een “brother” uit Afrika maar je praat als een overgespoten blanke.” Over heftig gesproken! Vanuit C.C. helpen wij momenteel een internationale organisatie om voor een Nederlands bestuur een eerste generatie migrantenchristen te vinden.

Wij bespreken het profiel en botsen op precies dezelfde vragen: énerzijds verlangt de organisatie naar iemand die niet aangetast is door het westerse programma- en maakbaarheidsgeloof, die niet weet van vergaderingen met agenda’s, bijlagen, stipte begin- en eindtijden en actielijsten. Aan de andere kant willen ze natuurlijk wel graag dat zo’n nieuw bestuurslid op precies dezelfde wijze als zijzelf met al die dingen werkt. Wel of niet “overgespoten” dus? Ze komen er niet helemaal uit.

Natuurlijk heeft dat alles met integratie te maken. En in mijn geval werkt die integratie in twee richtingen: ik kom wat minder onder de indruk van alle maakbaarheid. Dat kan zelfs zo ver gaan dat ik soms niet zeker weet of alles wat we op deze georganiseerde en technische manier gemaakt hebben ook echt de bedoeling was.

Het belang van “soul” en “spirit”, hoe ongrijpbaar vaak ook, staat me iets helderder voor ogen.

Laat een reactie achter